In PostgreSQL is de abs()
functie retourneert de absolute waarde van zijn argument.
De absolute waarde geeft aan hoe ver het getal van nul verwijderd is. Daarom is de absolute waarde van 7 7, en de absolute waarde van -7 is ook 7.
Daarom worden eventuele negatieve waarden doorgegeven aan abs()
worden geretourneerd als positieve waarden. Positieve waarden en nul worden ongewijzigd geretourneerd.
Syntaxis
De syntaxis is vrij eenvoudig:
abs(x)
Waar x
is het argument dat u geeft om de absolute waarde te krijgen.
Voorbeeld
Hier is een voorbeeld om het gebruik te demonstreren.
SELECT abs(-58);
Resultaat:
58
In dit geval heb ik een negatieve waarde opgegeven (-58
) en het gaf zijn positieve equivalent terug (58
).
Positieve waarden
Als ik een positieve waarde doorgeef, wordt deze ongewijzigd geretourneerd.
SELECT abs(58);
Resultaat:
58
Nul
Nul wordt ook ongewijzigd geretourneerd.
SELECT abs(0);
Resultaat:
0
Uitdrukkingen
De abs()
functie kan de absolute waarde van uitdrukkingen zoals de volgende retourneren.
SELECT abs(-20 * 5);
Resultaat:
100
Voor de duidelijkheid, hier wordt het nogmaals vergeleken met de werkelijke uitvoer van de uitdrukking.
SELECT
(-20 * 5) AS "Result of Expression",
abs(-20 * 5) AS "Result of abs(Expression)";
Resultaat:
Result of Expression | Result of abs(Expression) ----------------------+--------------------------- -100 | 100