In PostgreSQL is het sign()
functie wordt gebruikt om het teken van zijn argument aan te geven.
Het geeft niet alleen het eigenlijke teken terug. Het retourneert eerder -1 voor negatieve getallen, 0 voor nul en 1 voor positieve getallen.
Syntaxis
De syntaxis gaat als volgt:
sign(dp or numeric)
Waar dp
is een waarde met dubbele precisie.
Voorbeeld 1 – Positief getal
Zo werkt het als je een positief getal opgeeft.
SELECT sign(552);
Resultaat:
1
In dit geval is mijn argument een positief getal en dus sign()
retourneert 1
.
Voorbeeld 2 – Negatief getal
En dit is wat er gebeurt als ik een minteken aan dat getal toevoeg.
SELECT sign(-552);
Resultaat:
-1
Voorbeeld 3 – Nul
En dit is wat er gebeurt als ik nul doorgeef aan de functie.
SELECT sign(0);
Resultaat:
0
Voorbeeld 4 – Fractionele seconden
Het maakt niet uit of uw argument een geheel getal is of uit fracties van seconden bestaat, het resultaat is hetzelfde.
SELECT
sign(0.552),
sign(0.0),
sign(-0.552);
Resultaat:
sign | sign | sign ------+------+------ 1 | 0 | -1
Voorbeeld 5 – Uitdrukkingen
U kunt ook uitdrukkingen opgeven, zoals de volgende.
SELECT sign(12 * -0.552);
Resultaat:
-1