PK - Primaire sleutel
NN - Niet Null
BIN - Binair (slaat gegevens op als binaire tekenreeksen. Er is geen tekenset, dus sorteren en vergelijken is gebaseerd op de numerieke waarden van de bytes in de waarden.)
UN - Niet-ondertekend (alleen niet-negatieve getallen. Dus als het bereik -500 tot 500 is, in plaats van 0 - 1000, is het bereik hetzelfde, maar het begint bij 0)
UQ - Unieke sleutel maken/verwijderen
ZF - Zero-Filled (als de lengte 5 is zoals INT(5), dan wordt elk veld gevuld met nullen tot het 5e cijfer. 12 =00012, 400 =00400, enz. )
AI - Automatisch verhogen
G - Gegenereerde kolom. d.w.z. waarde gegenereerd door een formule op basis van de andere kolommen