Bekijk de DECIMAL(P,S)
typ.
Daarvoor is P de precisie en S de schaal. Je kunt P zien als hoeveel cijfers er in totaal zijn (zowel voor als achter de komma), en S als hoeveel cijfers achter de komma staan.
Dus om bijvoorbeeld -999,99 tot 999,99 op te slaan, heeft u 5 cijfers van precisie en een schaal van 2 nodig, daarom zou u DECIMAL(5, 2)
gebruiken .
In uw geval heeft u een DECIMAL(n, 1)
. nodig , waarbij n is hoeveel cijfers je nodig hebt voor de komma + 1 voor de komma.