De eenvoudigste manier om de verbindingsreeks op te halen, is door het venster "Serververkenner" in Visual Studio te gebruiken (menu Beeld , Serververkenner ) en maak vanuit dat venster verbinding met de server.
Vervolgens kunt u de verbindingsreeks zien in de eigenschappen van de verbonden server (kies de verbinding en druk op F4 of Alt+Enter of kies Eigenschappen in het rechtsklikmenu).
Geavanceerde instellingen voor verbindingsreeksen: wanneer u de verbinding maakt, kunt u alle geavanceerde opties voor verbindingsreeksen wijzigen, zoals MARS, veerkracht, timeot, poolconfiguratie, enz. door op de knop "Geavanceerd..." onderaan het dialoogvenster "Verbinding toevoegen" te klikken. U kunt dit dialoogvenster later openen door met de rechtermuisknop op de gegevensverbinding te klikken en "Verbinding wijzigen..." te kiezen. De beschikbare geavanceerde opties verschillen per servertype.
Als u de database maakt met SQL Server Management Studio, wordt de database gemaakt in een serverinstantie, zodat u, om uw toepassing te implementeren, een back-up van de database moet maken en deze in de implementatie van SQL Server moet implementeren. Als alternatief kunt u een gegevensbestand gebruiken met SQL Server Express (localDB in SQL Server 2012), dat gemakkelijk met uw app kan worden gedistribueerd.
D.w.z. als het een ASP.NET-app is, is er een App_Datafolder. Als u er met de rechtermuisknop op klikt, kunt u een nieuw element toevoegen, wat een SQL Server-database kan zijn. Dit bestand staat in die map, werkt met SQL Express en is eenvoudig te implementeren. U moet SQL Express / localDB op uw computer hebben geïnstalleerd om dit te laten werken.