Databases zijn een cruciaal onderdeel van onze wereld. We gebruiken ze zonder het zelf te beseffen, zoals bij het online kopen van iets, inloggen op een streamingdienst of het controleren van een bankafschrift. Het concept van een database bestond al lang voordat computers werden uitgevonden. Het verschil is dat deze databases op papier stonden en opgeslagen waren in tijdschriften, bibliotheken en archiefkasten.
Papieren databases waren lang niet zo efficiënt als wat we nu hebben. Papier neemt veel ruimte in beslag en maakt het moeilijk om specifieke informatie te vinden. En zeker, je kon niet zomaar een back-up maken van je papieren database, wat betekende dat deze bestanden kwetsbaar waren voor schade door water of brand.
Met de uitvinding van computers zijn databases veel gemakkelijker te organiseren, op te slaan en te beheren. Laten we meer te weten komen over de geschiedenis van databases en hoe ze onze wereld helpen efficiënt te werken.
jaren '60 – het begin
Vóór de jaren zestig bestonden er wel databases, maar die zijn ontwikkeld door grote organisaties zoals ziekenhuizen en overheidsinstellingen. In de jaren zestig werden de eerste geautomatiseerde databases ontwikkeld. De twee populaire datamodellen op dat moment waren een hiërarchisch model genaamd IMS en een netwerkmodel genaamd CODASYL.
Jaren 70 – Introductie van relationele databases
In de jaren zeventig werd het relationele databasemodel voorgesteld, waardoor de manier waarop mensen over databases dachten, veranderde. In dit model is het schema (of de logische organisatie) losgekoppeld van fysieke informatieopslag. Dit werd vanaf dat moment de basis voor databasesystemen.
Aan het eind van de jaren zeventig werd een ander databasemodel voorgesteld, genaamd Entity-Relationship. Dit model richt zich op datatoepassing in plaats van op logische tabelstructuur. Het is een grafische benadering van databaseontwerp en wordt gebruikt door software-engineers, onderwijsafdelingen en onderzoekers.
Jaren 80 – SQL wordt de standaard querytaal
SQL (Structured Query Language) werd in de jaren tachtig de standaard zoektaal. Met SQL kunnen mensen databases openen en manipuleren, zodat ze gegevens kunnen ophalen, records kunnen bijwerken of verwijderen, opgeslagen procedures kunnen maken en meer. We gebruiken deze taal nog steeds.
Bovendien groeiden relationele databases aanzienlijk in de jaren tachtig, terwijl eerdere navigatiemodellen werden uitgefaseerd.
jaren '90 – internet
De geboorte van internet leidde tot een exponentiële groei voor de database-industrie. Het was nu gemakkelijker dan ooit om databases te maken, op te slaan en te beheren - en ze konden nu worden gedeeld met meerdere mensen op verschillende plaatsen. Hoge investeringen in online bedrijven leidden ook tot de vraag naar client-server databasesystemen.
2000s – NoSQL
Databasetoepassingen bleven groeien in de jaren 2000 en NoSQL-databases (niet alleen gestructureerde taal) werden populair. NoSQL-databases zijn nuttig voor ongestructureerde gegevens en zijn in de jaren 2000 aanzienlijk gegroeid vanwege de mogelijkheid om grote, meer diverse databases te verwerken.
2010s-Today – Big data en cyberbeveiliging
De jaren 2010 stonden in het teken van databewustzijn. Big data was een belangrijk modewoord en het betekende dat databases een grote hoeveelheid data moesten verzamelen, ordenen en gebruiken. Om hierbij te helpen, werd automatiseringssoftware populair. Dit was ook een tijd waarin mensen de integriteit van hun gegevens begonnen te waarderen en hoe ze deze veilig konden houden.
Databases hebben een lange en rijke geschiedenis en we zien ze jaar na jaar verbeteren. Geen wonder dat we tegenwoordig databases gebruiken in de meeste dingen die we doen!